ECLI:NL:CRVB:2021:1467
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verboden samenloop van aanspraken op grond van VKBD en DBZV-2007 voor defensiemedewerkers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, een defensiemedewerker, had aanspraak gemaakt op een vergoeding van verhuiskosten op basis van het Verplaatsingskostenbesluit Defensie (VKBD). De staatssecretaris van Defensie had echter besloten dat deze vergoeding niet van toepassing was, omdat er een verboden samenloop bestaat tussen de aanspraken op grond van het VKBD en de voorzieningen die zijn vastgesteld in het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2007 (DBZV-2007). De Raad oordeelde dat de regelgever bewust had gekozen om deze samenloop uit te sluiten, en dat defensiemedewerkers die onder het DBZV-2007 vallen, geen aanspraak kunnen maken op voorzieningen op basis van het VKBD. De Raad verwierp het beroep van de appellant op het vertrouwensbeginsel, omdat er geen toezeggingen of uitlatingen waren gedaan die de appellant redelijkerwijs konden doen geloven dat hij recht had op de gevraagde vergoeding. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.