ECLI:NL:CRVB:2021:151

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 januari 2021
Publicatiedatum
22 januari 2021
Zaaknummer
20/2067 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. R. Versluijs, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 april 2020. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 20/2067 WIA. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht niet tijdig is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een vereiste voor de behandeling van een beroepschrift. De gemachtigde van appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 532,- tijdig te voldoen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn betaald. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante in verzuim is geweest en verklaart het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift.

Uitspraak

Datum uitspraak: 21 januari 2021
20/2067 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
22 april 2020, 19/4107 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante stichting], gevestigd te [vestigingsplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. R. Versluijs hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.

OVERWEGINGEN

In artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat van de indiener van het beroepschrift een griffierecht wordt geheven. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Bij brief van 5 juni 2020 is de gemachtigde van appellante erop gewezen dat een griffierecht van € 532,- is verschuldigd, en is medegedeeld dat dit bedrag uiterlijk 28 dagen na de dag van verzending van de brief op de in die brief genoemde bankrekening moet zijn bijgeschreven.
Bij aangetekende brief van 7 juli 2020 is de gemachtigde van appellante nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en is medegedeeld dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de datum van deze brief dient te zijn bijgeschreven op de in die brief genoemde bankrekening dan wel contant moet zijn betaald op het bezoekadres van de Raad. Daarbij is erop gewezen dat als het griffierecht niet tijdig wordt betaald, appellante er rekening mee moet houden dat het (hoger) beroep niet inhoudelijk behandeld zal worden.
Het griffierecht is niet binnen de termijn betaald.
Op grond van de beschikbare gegevens kan redelijkerwijs niet worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van J.M. Labage als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 januari 2021.
(getekend) J.P.M. Zeijen
(getekend) J.M. Labage
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.

TM