ECLI:NL:CRVB:2021:1645
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en niet indienen beroepsgronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante was in gebreke gebleven met het betalen van het griffierecht en het indienen van de beroepsgronden. De Raad heeft vastgesteld dat appellante herhaaldelijk is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de noodzaak om de beroepsgronden in te dienen. Ondanks meerdere aanmaningen en de mogelijkheid om dit te doen, heeft appellante geen actie ondernomen. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, met J.M. Labage als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.