ECLI:NL:CRVB:2021:1663
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijzondere bijstand voor tandartskosten in herhaalde aanvraag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor een bedrag dat hij aan Famed moest betalen, gerelateerd aan tandartskosten. De aanvraag was eerder afgewezen, en het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen beschouwde de nieuwe aanvraag als een herhaalde aanvraag. De rechtbank had de eerdere afwijzing van de aanvraag door het college bevestigd, en de appellant ging hiertegen in hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat de kosten waarvoor de appellant bijzondere bijstand vroeg, onderdeel uitmaakten van een betalingsregeling die al eerder was aangevraagd. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herbeoordeling van de aanvraag rechtvaardigden. De appellant had aangevoerd dat de eerdere aanvraag specifiek betrekking had op tandartskosten en dat de huidige aanvraag voor kosten aan Famed was, maar de Raad oordeelde dat dit niet voldoende was om de aanvraag opnieuw te beoordelen.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De Raad concludeerde dat het college de aanvraag terecht had afgewezen op basis van artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Er werd geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden.