ECLI:NL:CRVB:2021:1701
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en deskundigenrapport in het kader van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die als automatenoperator werkzaam was, had zich ziek gemeld na een auto-ongeval en was in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) in geschil over zijn arbeidsongeschiktheid. De verzekeringsarts L. Greveling-Fockens werd benoemd als deskundige en concludeerde in haar rapport van 17 februari 2021 dat de appellant op 22 maart 2017 leed aan een whiplash associated disorder graad 1, maar niet voldeed aan de criteria voor volledige arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelde dat de deskundige haar bevindingen goed had gemotiveerd en dat er geen aanleiding was om haar conclusies niet te volgen. De appellant had bezwaren geuit tegen het deskundigenonderzoek, maar de Raad oordeelde dat deze bezwaren niet overtuigend waren en dat de deskundige geen noodzaak had gezien voor een persoonlijk onderzoek van de appellant. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin was geoordeeld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van de appellant terecht op minder dan 35% was vastgesteld. De Raad concludeerde dat er geen gronden waren voor een veroordeling in de proceskosten.