ECLI:NL:CRVB:2021:1768
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand naar norm voor alleenstaande; beoordeling van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante ontving sinds 19 april 2010 bijstand op grond van de Participatiewet (PW) als alleenstaande, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft haar bijstand per 4 juli 2018 ingetrokken. Dit besluit was gebaseerd op de bevindingen van een sociaal rechercheur die concludeerde dat appellante niet duurzaam gescheiden leefde van haar ex-echtgenoot X. De Raad heeft vastgesteld dat X regelmatig in de woning van appellante verbleef en dat er geen sprake was van een gescheiden leven, ondanks de verklaringen van appellante dat X alleen voor de kinderen kwam. De Raad oordeelde dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat zij niet duurzaam gescheiden leefde van X, wat leidde tot onterecht ontvangen bijstand. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.