ECLI:NL:CRVB:2021:1835
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en deskundigenrapport in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die als projectmanager ICT werkzaam was, had zich ziek gemeld en ontving een WGA-uitkering op basis van de Wet WIA. Na een herbeoordeling door het Uwv werd de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 71,77%. De appellant was het niet eens met deze beoordeling en stelde dat zijn beperkingen door hartklachten en vermoeidheid niet adequaat waren meegenomen. De rechtbank had een deskundige geraadpleegd die concludeerde dat de appellant in staat was om 40 uur per week te werken, wat de rechtbank bevestigde in haar uitspraak.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn standpunt dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn klachten en dat er een urenbeperking moest worden aangenomen. De Raad oordeelde dat de deskundige zorgvuldig had gewerkt en dat de motivering van de deskundige overtuigend was. De Raad volgde de rechtbank in haar oordeel dat er geen aanleiding was om een tweede deskundige te raadplegen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de appellant op de datum in geding in staat was de geselecteerde functies te vervullen. De uitspraak benadrukt het belang van deskundigenrapporten in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van de rechtbank in het volgen van deze rapporten als ze overtuigend zijn.