ECLI:NL:CRVB:2021:1943
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling van woonplaats van een Unieburger in het kader van kinderbijslag en sociale zekerheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die geen recht meer zou hebben op kinderbijslag. Appellante stond zowel in Nederland als in Italië ingeschreven in het bevolkingsregister. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had vastgesteld dat appellante sinds het vierde kwartaal van 2016 niet meer in Nederland woonde, maar in Italië, en had haar kinderbijslag stopgezet. Appellante betwistte deze conclusie en stelde dat haar woonplaats altijd Nederland was geweest. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de duur van het verblijf in Italië, de inschrijving in bevolkingsregisters, en de intentie van appellante. De Raad concludeerde dat appellante in de periode van het vierde kwartaal van 2016 tot en met het vierde kwartaal van 2017 haar woonplaats in Italië had, aangezien zij daar het grootste deel van het jaar verbleef en haar dochter naar school ging. De rechtbank had het beroep van appellante terecht ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. Er was geen aanleiding voor een veroordeling tot vergoeding van proceskosten.