Uitspraak
20.1262 WIA
mr. Vlieger verschenen. Het Uwv heeft zich door middel van videobellen laten vertegenwoordigen door mr. F. Eijmael.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uwv om haar WGA-uitkering te beëindigen. Appellante, die sinds 2010 met nek- en psychische klachten kampt, had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen. Na een herbeoordeling in 2017 concludeerde het Uwv dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de beëindiging van haar uitkering. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat de door het Uwv geselecteerde functies niet passend waren, gezien de hoge werkdruk en verantwoordelijkheden die deze functies met zich meebrachten.
De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellante ongegrond verklaard, maar appellante ging in hoger beroep. Tijdens de zitting op 24 juni 2021 werd appellante vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J.S. Vlieger, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. F. Eijmael. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de arbeidsdeskundige van het Uwv voldoende had toegelicht waarom de functies geschikt waren voor appellante en dat haar belastbaarheid in deze functies niet werd overschreden. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.