ECLI:NL:CRVB:2021:2014
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om arbeids- en inkomensondersteuning op grond van de Wajong na beoordeling van deskundigenrapporten en bezwaarprocedures
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1989, een aanvraag ingediend voor arbeids- en inkomensondersteuning op basis van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) na een aanrijding in 2005, waarbij zij niet-aangeboren hersenletsel heeft opgelopen. De aanvraag werd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen, omdat appellante in staat werd geacht meer dan 75% van het minimumloon te verdienen. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, waarbij zij haar beperkingen en de noodzaak voor begeleiding aanvoerde, ondersteund door rapporten van neuropsychologen.
De rechtbank heeft de beslissing van het Uwv bevestigd, maar appellante ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep benoemde een onafhankelijke deskundige om de situatie opnieuw te beoordelen. Deze deskundige concludeerde dat de eerder vastgestelde beperkingen adequaat waren en dat appellante in staat was om acht uur per dag te werken. De Raad volgde de deskundige in haar bevindingen en oordeelde dat er geen reden was om de eerdere besluiten van het Uwv en de rechtbank te herzien.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van deskundigenrapporten in het bestuursrecht en de rol van de bestuursrechter in het volgen van onafhankelijke deskundigen bij het vaststellen van beperkingen en geschiktheid voor arbeid.