Uitspraak
19.5426 WSF
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die een prestatiebeurs voor beroepsonderwijs had ontvangen, verzocht om omzetting van deze beurs in een gift vanwege medische omstandigheden die hem zouden hebben belet zijn opleiding op niveau 3 of 4 af te ronden. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had dit verzoek afgewezen, omdat de medische omstandigheden volgens de minister tijdelijk van aard waren en niet voldeden aan de criteria voor omzetting.
De appellant had van april 2011 tot september 2013 en van februari 2014 tot februari 2015 een prestatiebeurs ontvangen. In 2017 diende hij een verzoek in om de beurs om te zetten in een gift, onderbouwd door medische informatie van zijn huisarts. De minister concludeerde echter, op basis van rapporten van zijn medisch adviseur, dat er geen sprake was van structurele medische omstandigheden die de appellant belemmerden om zijn opleiding binnen de diplomatermijn af te ronden.
De rechtbank bevestigde het standpunt van de minister, en de appellant ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de minister zich terecht had gebaseerd op de adviezen van de medisch adviseur, die zorgvuldig tot stand waren gekomen. De Raad concludeerde dat de appellant niet had aangetoond dat de medische situatie onjuist was ingeschat en dat hij in staat was om binnen de gestelde termijn een diploma te behalen. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen.