mw. mr. D.S. de Vries

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering Wajong-toeslag wegens niet doorgegeven partnerinkomen. Appellante schond haar inlichtingenplicht. Terugvordering verlaagd van € 17.629,99 naar € 8.815,- bruto.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de ZW-uitkering, omdat appellant op het moment van ziekmelding nog een arbeidsovereenkomst had.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant op 61% heeft vastgesteld. Appellant kan de geselecteerde functies vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WIA-uitkering aan appellant met arbeidsongeschiktheid van 51,81%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 9 juni 2023. Geen schending van equality of arms, voldoende medische grondslag voor oordeel Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onterecht WW-uitkering wegens onwerkbaar weer heeft geweigerd; vertrouwensbeginsel speelt een rol.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, geen loonsanctie opgelegd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de loonsanctie aan appellante terecht niet heeft bekort, omdat appellante onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.

De Raad bevestigt de verhoging van de Wajong-uitkering tot 85% per 11 januari 2021, zonder terugwerkende kracht verder dan een jaar voor de aanvraag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit inzake Wajong-uitkering. Appellant krijgt geen proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante als eigenrisicodrager verantwoordelijk is voor de betaling van de ZW-uitkering aan ex-werknemer, ondanks diens nieuwe dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie van 52 weken opgelegd aan ABN AMRO Bank N.V. wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werkgever. De Raad oordeelt dat de werkgever te weinig heeft gedaan en dat er geen recht was op bekorting van de loonsanctie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen voor ex-werkneemster onder no-riskpolis.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte een loonsanctie aan appellante heeft opgelegd en veroordeelt het Uwv tot schadevergoeding van € 22.807,71.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling door deskundigen wordt gevolgd.

De Raad bevestigt de afwijzing van het verzoek om terug te komen van het besluit tot weigering van de Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en voldoende medische onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 47,15% en de toekenning van de WIA-uitkering, ondanks zijn bezwaren.

De Raad oordeelt dat het Uwv terecht de aanvraag voor een Wajong-uitkering heeft afgewezen, ondanks nieuwe medische gegevens van betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toekenning van ZW- en WIA-uitkeringen aan appellante en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WW- en ZW-uitkering van appellant, omdat er geen privaatrechtelijke dienstbetrekking was. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WIA-uitkering en boete wegens hennepteelt. Appellant's standpunt over te hoge inkomsten wordt verworpen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van WIA-uitkering van appellant wegens schending van de inlichtingenplicht over inkomsten als zelfstandige.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante beschikt over arbeidsvermogen en basale werknemersvaardigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Hoger beroep over korting WAZ-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht na ontdekking hennepkwekerij. Appellant kan niet aantonen dat hij niet betrokken was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak dat subsidies voor loonkosten op nihil zijn vastgesteld en voorschotten van € 58.416,- moeten worden teruggevorderd, omdat de omzetdaling minder dan 20% was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WW-uitkering te betalen wegens verwijtbare werkloosheid, omdat appellant geen medische onderbouwing heeft geleverd voor zijn ontslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de NOW-1 subsidie op nihil en de terugvordering van € 91.754,-. De belangenafweging van de minister is niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de WAO-uitkering van appellant over 2020 op € 0,-, omdat het Uwv het jaarinkomen correct heeft verdeeld over de maanden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant wegens gebrek aan gezagsverhouding met schoonmoeder.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische en arbeidskundige grondslag voldoende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant wegens laattijdige aanvraag en onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch en arbeidskundig onderzoek door Uwv is voldoende onderbouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische onderbouwing is voldoende en overtuigend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, oordelend dat zij over arbeidsvermogen beschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat hij over arbeidsvermogen beschikt en niet duurzaam arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste ziektedag van de werknemer op 5 maart 2015 ligt, niet op 2 maart 2015, en wijst het verzoek van appellante af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medische en arbeidskundige beoordelingen zijn adequaat gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van de doelgroepverklaring door het Uwv terecht was, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding en de uitspraak dat hij niet verplicht verzekerd was voor werknemersverzekeringen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de afwijzing van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek door Uwv is zorgvuldig uitgevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WIA-uitkering aan appellante met een arbeidsongeschiktheid van 41,33%.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht een ziekengeldsanctie heeft opgelegd aan appellante, omdat onvoldoende re-integratie-inspanningen zijn aangetoond.