ECLI:NL:CRVB:2021:2111
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na gewijzigde beslissing op bezwaar door Uwv
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.A. Bouwman, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 11 april 2018 een uitspraak gedaan in een zaak met nummer 17/6370. Op 12 februari 2021 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Hierdoor heeft mr. Bouwman op 16 februari 2021 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, aangezien het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen, het hoger beroep terecht is ingetrokken. De Raad heeft vervolgens de proceskosten in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep beoordeeld. De kosten zijn begroot op € 1.496,- voor de procedure in beroep en € 748,- voor de procedure in hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 2.244,- dat het Uwv aan appellante moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op 18 augustus 2021. De Raad heeft de proceskostenveroordeling gebaseerd op de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht, die bepalen dat het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener.