ECLI:NL:CRVB:2021:2115
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering ZW-uitkering op basis van geschiktheid voor eigen arbeid na medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Limburg. De appellant, vertegenwoordigd door mr. W.H.A. Bos, heeft hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem een Ziektewet (ZW) uitkering te verstrekken. De appellant had zich op verschillende momenten ziek gemeld, maar het Uwv heeft vastgesteld dat hij geschikt was voor zijn eigen arbeid als (algemeen) medewerker stekbedrijf. De Raad heeft vastgesteld dat het medisch onderzoek door de artsen van het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de conclusies die daaruit zijn getrokken. De Raad heeft de argumenten van de appellant, waaronder de vermeende verslechtering van zijn gezondheid en de noodzaak voor een onafhankelijke deskundige, verworpen. De Raad concludeert dat de hoger beroepen niet slagen en bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor schadevergoeding of proceskostenvergoeding.