ECLI:NL:CRVB:2021:2302
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant zonder erfgenamen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 september 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 19/366 WLZ. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de appellant, die in leven laatstelijk woonachtig was te [woonplaats], is overleden. De advocaat van de appellant, mr. B. Vermeirssen, heeft de Raad geïnformeerd dat er geen erfgenamen zijn die de appellant als partij in het geding willen opvolgen. Dit betekent dat er geen belanghebbenden zijn die het hoger beroep willen voortzetten. De Raad heeft in de Staatscourant aangekondigd dat het onderzoek ter zitting zou plaatsvinden op 4 augustus 2021, maar er is niemand verschenen namens de erfgenamen, en het zorgkantoor heeft zich ook niet laten vertegenwoordigen. Hierdoor is het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep komen te ontvallen, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.