ECLI:NL:CRVB:2021:2315

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 september 2021
Publicatiedatum
20 september 2021
Zaaknummer
18/4753 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv met gewijzigde beslissing op bezwaar

In deze zaak heeft appellante, een B.V. gevestigd te [plaatsnaam], hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 20 juli 2018. Het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 24 december 2020 aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 8 september 2021 uitspraak gedaan in deze zaak.

Tijdens de zitting op 16 september 2020 is het onderzoek geschorst. Na de gewijzigde beslissing op bezwaar heeft appellante op 21 maart 2021 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. Het Uwv heeft op 19 april 2021 laten weten zich te conformeren aan het oordeel van de Raad.

De Raad heeft geoordeeld dat, nu het Uwv al heeft besloten tot vergoeding van de kosten in de bezwaarfase, alleen de kosten in beroep en hoger beroep nog aan de orde zijn. De proceskosten zijn begroot op € 1.496,- voor zowel het beroep als het hoger beroep, wat resulteert in een totale proceskostenvergoeding van € 2.992,-. De uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op 8 september 2021.

Uitspraak

Datum uitspraak: 8 september 2021
18/4753 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht
in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van
20 juli 2018, 18/285 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] B.V., gevestigd te [plaatsnaam] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft [naam] hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting in de zaken heeft plaatsgehad op 16 september 2020. Het onderzoek ter zitting is vervolgens geschorst.
Het Uwv heeft op 24 december 2020 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Per fax van 21 maart 2021 heeft [naam] namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft met een brief van 19 april 2021 laten weten zich te conformeren aan het oordeel van de Raad.
Onder toepassing van artikel 8:64, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een nader onderzoek ter zitting achterwege gebleven. Vervolgens is het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Awb gesloten.

OVERWEGINGEN

In artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb is bepaald dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 24 december 2020 aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
Aangezien het Uwv al heeft besloten tot vergoeding van de gemaakte kosten in de bezwaarfase, moet de Raad alleen nog oordelen over de in beroep en hoger beroep gemaakte kosten.
De Raad ziet aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op
€ 1.496,- in beroep (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting) en € 1.496,- in hoger beroep (1 punt voor het indienen van het hogerberoepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting).
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 2.992,-.
Deze uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van H. Alajai als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 september 2021.
(getekend) F.M. Rijnbeek
(getekend) H. Alajai
GdJ