ECLI:NL:CRVB:2021:2463
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 6 oktober 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/679 NOW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellante, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], had eerder een brief ontvangen waarin zij werd gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht van € 541,-. In deze brief werd aangegeven dat het bedrag uiterlijk 28 dagen na verzending op de aangegeven bankrekening moest zijn bijgeschreven. Ondanks een tweede herinnering per aangetekende brief, heeft appellante het griffierecht niet tijdig voldaan. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. Hierdoor kon het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld en werd het kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, met H. Alajai als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.