ECLI:NL:CRVB:2021:25

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 januari 2021
Publicatiedatum
7 januari 2021
Zaaknummer
18/5481 ZW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake schadevergoeding door het Uwv

Op 7 januari 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met registratienummer 18/5481 ZW-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 18 november 2020. In de oorspronkelijke uitspraak was een onjuist bedrag aan te vergoeden schade vermeld, namelijk € 1.000,-, terwijl het juiste bedrag € 1.500,- had moeten zijn. De Raad heeft geconstateerd dat deze fout in de beslissing gecorrigeerd diende te worden.

De Raad heeft partijen, waaronder de appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), op de hoogte gesteld van het voornemen tot rectificatie. De appellant heeft niet gereageerd op de brief van de Raad, waarin werd aangegeven dat partijen binnen vier weken schriftelijk konden reageren op het voornemen tot rectificatie. Het Uwv heeft in een brief van 9 december 2020 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de voorgestelde rectificatie.

In de uitspraak van 7 januari 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep de derde bepaling van de beslissing van de eerdere uitspraak rectificeerd. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.500,-. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, en aan deze uitspraak is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier, en is uitgesproken in het openbaar.

Uitspraak

18/5481 ZW-R
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 18 november 2020, 18/5481 ZW
Partijen:
[appellant] te Hulst (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 7 januari 2021

PROCESVERLOOP

De Raad heeft, na hier door mr. R.W. van Voorst Vader, de gemachtigde van appellant, op te zijn gewezen geconstateerd dat in zijn uitspraak van 18 november 2020 met het registratienummer 18/5481 ZW in de beslissing een onjuist bedrag aan te vergoeden schade staat vermeld. In de beslissing stond een bedrag aan te vergoeden schade van € 1.000,-, terwijl hier had moeten staan € 1.500,-.
De Raad heeft partijen bij brief van 8 december 2020 meegedeeld voornemens te zijn de uitspraak te verbeteren.
In de genoemde brief is aan partijen meegedeeld dat zij binnen vier weken schriftelijk kunnen reageren op het voornemen van de Raad tot rectificatie van de uitspraak.
Uwv heeft bij brief van 9 december 2020 meegedeeld geen bezwaar te hebben tegen de voorgestelde rectificatie. Namens appellant is niet gereageerd binnen de in de brief van 9 december 2020 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad ervan uitgaat dat er ook bij deze partij geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen rectificatie.

OVERWEGINGEN

De Raad rectificeert de derde bepaling van de beslissing van de uitspraak van 18 november 2020, 18/5481 ZW, als volgt.
- Veroordeelt het Uwv tot vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.500,-.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert de uitspraak van 18 november 2020 als in de overwegingen is weergegeven.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 januari 2021.
(getekend) S.B. Smit-Colenbrander
(getekend) R.L. Rijnen