mw. mr. S.B. Smit-Colenbrander

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante, met totale kosten van € 7.876,57 en vergoeding griffierecht van € 185,-.

De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 3.108,- na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in WIA-zaak. Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van € 2.728,80 aan appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak. Uwv veroordeeld tot vergoeding van € 907,- en griffierecht van € 143,-.

De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om appellante in aanmerking te brengen voor een Wajong-uitkering, oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Uwv en Staat veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de positie van de garantsteller bij niet-nakoming van verplichtingen door eigenrisicodrager onder de Wet WIA. Verhaal op garantsteller mogelijk bij betalingsonwil.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van € 1.674,82 na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht. Appellante heeft niet voldaan aan de betalingsverplichting, ondanks herhaalde aanmaningen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht de arbeidsongeschiktheid van appellante op 48,33% heeft vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 24 juli 2023, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de WIA-uitkering van appellant, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid op 37,75% is vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, oordelend dat hij geschikt is voor zijn eigen werk.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellante ten onrechte heeft geweigerd en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 64,89% correct is vastgesteld door het Uwv. Proceskostenvergoeding van € 4.717,- en griffierecht van € 181,- worden toegewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af, omdat betrokkene onvoldoende onderbouwd heeft dat hij niet in staat was om bezwaar te maken.

De Raad oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op 57,27% en de WIA-uitkering toekent. Proceskosten worden vergoed.

De Raad bevestigt de lagere rechtbank dat de minister de NOW-subsidie correct heeft vastgesteld en de terugvordering van het voorschot gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste ziektedag van de werknemer op 5 maart 2015 ligt, niet op 2 maart 2015, en wijst het verzoek van appellante af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de definitieve vaststelling van de loonkostensubsidie op grond van de NOW-1, waarbij de volledige omzet van de onderneming in de berekening is meegenomen. Appellanten krijgen geen vergoeding voor proceskosten.

De Raad oordeelt dat het Uwv de Wajong-uitkering over 2012-2015 niet op nihil mocht stellen, maar de terugvordering over 2015-2020 is terecht. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt lagere vaststelling subsidie NOW-2 na ontslagaanvraag. Appellante voldoet niet aan verplichtingen, subsidie vastgesteld op € 4.452,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van ZW-uitkering van € 4.369,70 na onterecht ontvangen WW-uitkering. Geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, die niet duurzaam arbeidsongeschikt is. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn is toegekend.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; Uwv had al beslist op herzieningsverzoek van appellant.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskosten en schadevergoeding af; redelijke termijn niet overschreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, o.a. vanwege onvoldoende medische onderbouwing van toegenomen beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; geen nieuwe feiten, laattijdige aanvraag. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de belastingschade over 2014 en 2015 niet voor vergoeding in aanmerking komt. Appellant krijgt geen schadevergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; geen duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 58,96% en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat het Uwv terecht concludeerde dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld binnen vijf jaar na beëindiging van de uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam was. Schadevergoeding van € 2.000,- wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, o.a. vanwege laattijdige aanvraag en vastgesteld arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden. Appellante heeft termijnen ongebruikt laten verstrijken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat zijn gebrek aan arbeidsvermogen niet duurzaam was op zijn achttiende verjaardag.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht van € 138,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van de ZW-uitkering aan betrokkene per 25 november 2019, oordelend dat de beoordeling van arbeidsongeschiktheid breder moet zijn dan alleen de laatste werklocatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan studerende appellante, omdat eerdere beperkingen niet binnen vijfjaarstermijn zijn toegenomen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat zij over arbeidsvermogen beschikt en niet voldoet aan de voorwaarden voor jonggehandicapten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WIA-voorschotten door Uwv; appellant had geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante tot € 2.625,- en het griffierecht van € 913,- na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WAJONG-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies, ondanks betwisting door betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat zij binnen vijf jaar na haar achttiende verjaardag niet jonggehandicapte is geworden.