Uitspraak
21.423 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
A.M.M. Chevalier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 november 2021.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin zijn aanvraag voor een WIA-uitkering werd afgewezen. Appellant stelde dat hij vanaf 26 januari 2014 volledig arbeidsongeschikt was door toegenomen klachten na een bedrijfsongeval. De rechtbank oordeelde echter dat er geen bewijs was voor een eerste arbeidsongeschiktheidsdag en dat appellant niet gedurende 104 weken arbeidsongeschikt was geweest. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in hoger beroep bevestigd dat de informatie van Argonaut niet voldoende was om aan te tonen dat appellant arbeidsongeschikt was. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geconcludeerd dat appellant niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering omdat hij de vereiste wachttijd niet heeft doorlopen. De Raad heeft de overwegingen van de verzekeringsarts onderschreven en geen aanleiding gezien voor een andere conclusie. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 4 november 2021.