ECLI:NL:CRVB:2021:2789
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om dwangsom voor niet tijdig beslissen door college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp. De appellante had verzoeken om een dwangsom ingediend wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvragen. De Raad oordeelde dat de verzoeken niet duidelijk waren, omdat appellante in haar brieven een groot aantal kenmerken had genoemd zonder toelichting. Hierdoor was het voor het college niet mogelijk om te begrijpen waar de verzoeken op betrekking hadden. De Raad stelde vast dat appellante de mogelijkheid had gekregen om samen met het college de kenmerken te onderzoeken, maar deze mogelijkheid had zij verworpen. De Raad concludeerde dat de onduidelijkheid over de verzoeken voor rekening en risico van appellante kwam.
De uitspraak volgt op eerdere uitspraken van de Raad, waarin het college was opgedragen nieuwe beslissingen op bezwaar te nemen. De Raad oordeelde dat het college niet in gebreke was gebleven en dat de beroepsgronden van appellante niet slagen. De Raad verklaarde de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van griffier Y.S.S. Fatni.