Uitspraak
19.4394 ZW
19 september 2019, 19/70 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
14 december 2015 is betrokkene door het bestuur van [werkgever] (werkgever) voor onbepaalde tijd per 1 januari 2016 benoemd in de functie van leraar voor 16 uur per week, met een werktijdfactor van 0,4000.
18 augustus 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:3109, wordt door het Uwv zo gelezen dat uitgegaan dient te worden van het bestaan van een tweede dienstbetrekking als partijen – ervan uitgaande dat de toepasselijke cao dat niet verbiedt – een tijdelijke uitbreiding van uren in een aparte arbeidsovereenkomst hebben vastgelegd, evenals de maximumduur, de arbeidsomvang en de redenen waarom deze afzonderlijke arbeidsovereenkomst is aangegaan. Dit geldt dan ook als dezelfde werkzaamheden worden verricht en de arbeidsvoorwaarden hetzelfde zijn. Als geen sprake is van twee afzonderlijke arbeidsovereenkomsten, kan alleen sprake zijn van twee te onderscheiden dienstverbanden als de werkzaamheden en arbeidsvoorwaarden (tijdelijk) wijzigen. Alleen een (tijdelijke) urenuitbreiding leidt dan niet tot een tweede dienstbetrekking.