ECLI:NL:CRVB:2021:2933
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor verhuis- en inrichtingskosten door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor verhuis- en inrichtingskosten. Appellante, die sinds 19 augustus 2015 bijstand ontvangt, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ter hoogte van € 1.143,73 na de beëindiging van haar huurovereenkomst. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, omdat de kosten niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden. Appellante stelde dat de kosten voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden, omdat haar medebewoner X een hennepkwekerij had opgezet zonder haar medeweten, terwijl zij twee weken in het buitenland was. De Raad oordeelde dat appellante deze stelling niet aannemelijk had gemaakt met verifieerbare stukken. Het ontbreken van voldoende reserveringsruimte door schulden werd niet als bijzondere omstandigheid erkend. De Raad bevestigde de afwijzing van de aanvraag en de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard.