ECLI:NL:CRVB:2021:3105
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in jeugdhulpzaak met betrekking tot persoonsgebonden budgetten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2021 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, twee hoogbegaafde kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis, hebben via hun moeder hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland. Het verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend in het kader van hun lopende aanvraag voor jeugdhulp en de verstrekking van een persoonsgebonden budget (pgb). De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek niet voldoet aan de vereisten van materiële connexiteit, omdat het verzoek niet direct betrekking heeft op de inhoud van het besluit waartegen beroep is ingesteld. De voorzieningenrechter heeft wel vastgesteld dat aan de formele connexiteit is voldaan, aangezien er een hoger beroep is ingesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, maar heeft het college wel herinnerd aan de afspraak om binnen drie weken na de zitting een besluit te nemen op de lopende aanvraag voor jeugdhulp van 17 juni 2021. De uitspraak benadrukt het belang van connexiteit in bestuursrechtelijke procedures.