ECLI:NL:CRVB:2021:3126
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel inzake WIA en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.M. Carabain-Klomp, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 18 juli 2017. De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 december 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het onderzoek ter zitting vond plaats op 14 maart 2018, waarbij appellant aanwezig was met zijn advocaat en het Uwv vertegenwoordigd werd door drs. H. ten Brinke. Tijdens de procedure heeft de Raad deskundigen ingeschakeld, waaronder verzekeringsarts J.M. Fokke en L. Greveling-Fockens, om rapporten op te stellen over de medische situatie van appellant. Na verschillende rapportages en een nieuwe beslissing op bezwaar van het Uwv op 23 maart 2021, heeft appellant zijn hoger beroep op 20 april 2021 ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten van appellant moet worden veroordeeld, omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. De proceskosten zijn begroot op € 11.579,16, inclusief kosten voor deskundigen en reiskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 december 2021.