ECLI:NL:CRVB:2021:3205
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkeringen en medische beoordeling van appellante na verkeersongeval
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op de hoger beroepen van appellante tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die zich ziek had gemeld na een verkeersongeval, had een ZW-uitkering ontvangen die door het Uwv werd beëindigd op basis van de vaststelling dat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kon verdienen. De rechtbank had de besluiten van het Uwv bekrachtigd, maar appellante was het hier niet mee eens en stelde dat het medisch onderzoek niet deugdelijk was. De Raad oordeelde dat het Uwv de belastbaarheid van appellante correct had vastgesteld en dat de rechtbank terecht geen aanleiding zag om een onafhankelijk deskundige te benoemen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken en oordeelde dat de ZW-uitkering van appellante terecht was beëindigd. Tevens werd er een schadevergoeding toegekend aan appellante wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, die door de Staat der Nederlanden moest worden betaald.