ECLI:NL:CRVB:2021:3373

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
3 oktober 2022
Zaaknummer
20 / 4325 WLZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep door CIZ en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft CIZ hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 9 december 2020. Namens de betrokkene, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.C.M. Peper, is op 22 februari 2021 een verweerschrift ingediend. Op 24 november 2021 heeft CIZ echter het hoger beroep ingetrokken. De betrokkene heeft vervolgens verzocht om CIZ te veroordelen in de proceskosten, maar CIZ heeft hierop niet gereageerd. Gezien de intrekking van het hoger beroep door CIZ, heeft de Centrale Raad van Beroep, onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht, besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten en het onderzoek te sluiten.

De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat op basis van artikel 8:118, eerste lid, van de Awb, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten bij intrekking van het hoger beroep. De Raad heeft geoordeeld dat CIZ veroordeeld moet worden in de kosten die de betrokkene redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. De kosten zijn begroot op € 759,- voor verleende rechtsbijstand, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht.

De uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van griffier P.A.M. Hulsdouw-Bodegom, en is openbaar uitgesproken op 21 september 2021.

Uitspraak

Datum uitspraak: 21 september 2021
20/4325 WLZ
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 9 december 2020, 19/1580 (aangevallen uitspraak)
Partijen:

CIZ

[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)

PROCESVERLOOP

CIZ heeft hoger beroep ingesteld.
Namens betrokkene heeft mr. C.C.M. Peper, advocaat, op 22 februari 2021 een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 24 november 2021 heeft CIZ het hoger beroep ingetrokken.
Namens betrokkene heeft mr. Peper verzocht CIZ te veroordelen in de proceskosten.
CIZ heeft daarop niet gereageerd.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:118, eerste lid, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Awb kan worden veroordeeld in de proceskosten.
Gelet hierop wordt CIZ veroordeeld in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 759,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt CIZ in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 759,-.
Deze uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van P.A.M. Hulsdouw-Bodegom als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 september 2021.
(getekend) D. Hardonk-Prins
(getekend) P.A.M. Hulsdouw-Bodegom