ECLI:NL:CRVB:2021:471
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 maart 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel van 2 oktober 2020. Appellant had hoger beroep ingesteld, maar het griffierecht van € 131,- was niet binnen de gestelde termijn betaald. De Raad heeft appellant in twee brieven, gedateerd op respectievelijk 18 november en 19 december 2020, gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks deze waarschuwingen heeft appellant het griffierecht niet tijdig voldaan. De Raad oordeelde dat op basis van de beschikbare gegevens niet kon worden vastgesteld dat appellant niet in verzuim was. Hierdoor werd het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door D.S. de Vries, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.