ECLI:NL:CRVB:2021:494
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op basis van vermogen en schulden
Op 9 maart 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen het college van burgemeester en wethouders van Venlo. De zaak betreft een hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet. Appellante had op 5 mei 2017 een aanvraag ingediend, die door het college op 30 mei 2017 werd afgewezen omdat zij beschikte over een vermogen dat de geldende vermogensgrens overschreed. Appellante stelde dat zij schulden had aan haar ouders en een studieschuld bij DUO, maar de Raad oordeelde dat zij niet aannemelijk had gemaakt dat deze schulden daadwerkelijk afdwingbaar waren. De rechtbank Roermond had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en in hoger beroep bevestigde de Centrale Raad deze uitspraak. De Raad concludeerde dat appellante in de beoordelingsperiode over een vermogen beschikte dat boven de vermogensgrens lag, en dat de aangevoerde schulden niet in aanmerking konden worden genomen bij de vaststelling van haar vermogen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om concrete en verifieerbare gegevens te overleggen om schulden aan te tonen die relevant zijn voor de bijstandsverlening.