ECLI:NL:CRVB:2021:650
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wajong-uitkering en arbeidsvermogen van jonggehandicapte met autismespectrumstoornis
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de Wajong-uitkering van appellant, geboren in 1997, die een aanvraag had ingediend op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Appellant ervaart sociale belemmeringen door zijn autismespectrumstoornis (ASS) en had eerder een aanvraag ingediend die door het Uwv was afgewezen. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv gegrond verklaard, maar het Uwv had in hoger beroep verzocht om bevestiging van de eerdere uitspraak. De Raad heeft de argumenten van appellant, die zijn standpunt herhaalde dat het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is, besproken. De Raad oordeelde dat de rechtbank de gronden en argumenten van appellant afdoende had besproken en met juistheid had geoordeeld dat deze niet slagen. De informatie van de GZ-psycholoog van 9 oktober 2019 deed aan de eerdere oordelen niet af. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.