dhr. mr. E.J.J.M. Weyers

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellante op 79,27% door het Uwv, en oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat tewerkstelling niet van een werkgever kan worden verlangd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de positie van de garantsteller bij niet-nakoming van verplichtingen door eigenrisicodrager onder de Wet WIA. Verhaal op garantsteller mogelijk bij betalingsonwil.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 2.721,- na intrekking hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling van het Uwv wordt onderschreven.

De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de beëindiging van de WAO-uitkering van appellante en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante op basis van een laattijdige aanvraag en onvoldoende medische onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, maar verhoogt de proceskostenveroordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat er geen nieuw gebleken feiten zijn die een heroverweging rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en de re-integratie-inspanningen van de werkgever voldoende zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WIA-uitkering van 57,91% aan appellante, ondanks haar bezwaar dat zij meer beperkingen heeft dan vastgesteld door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die geschikt werd geacht voor geselecteerde functies. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang; Uwv heeft bezwaren appellante erkend en schadevergoeding aangeboden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, o.a. wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en voldoende medische onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt is geacht voor haar laatst verrichte werk.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant op 4 april 2019 niet duurzaam over basale werknemersvaardigheden beschikt, waardoor hij geen arbeidsvermogen heeft.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen verwijt treft voor het weigeren van een arbeidsovereenkomst vanwege gezondheidsredenen, waardoor de opgelegde maatregel van het Uwv onterecht was.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een deskundigenoordeel van het Uwv geen besluit is in de zin van de Awb, waardoor bezwaar niet mogelijk is. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen en de uitspraak van de rechtbank blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, die niet duurzaam arbeidsongeschikt is. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn is toegekend.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht een ziekengeldsanctie heeft opgelegd aan appellante, omdat onvoldoende re-integratie-inspanningen zijn aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht het ziekengeld van betrokkene niet heeft gekort, omdat er geen voldoende informatie over passend werk is verstrekt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de belastingschade over 2014 en 2015 niet voor vergoeding in aanmerking komt. Appellant krijgt geen schadevergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant onterecht was, omdat de geselecteerde functie niet geschikt is voor hem. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verplicht het Uwv om opnieuw te beslissen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; geen duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 58,96% en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering van appellant, die in 2002 was ingetrokken. De herlevingstermijn van vijf jaar blijft van toepassing, en er zijn geen bijzondere omstandigheden die een uitzondering rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening en het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van appellante wegens termijnoverschrijding. Geen verschoonbare omstandigheden aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van herzieningsverzoeken van appellante door het Uwv, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere besluiten onjuist maken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 64,84% en de geschiktheid van de geselecteerde functies, ondanks zijn bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens geen toegenomen beperkingen per 15 december 2019.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan studerende appellante, omdat eerdere beperkingen niet binnen vijfjaarstermijn zijn toegenomen.

De Raad oordeelt dat appellant geen recht heeft op hogere proceskostenvergoeding en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat zij over arbeidsvermogen beschikt en niet voldoet aan de voorwaarden voor jonggehandicapten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WIA-voorschotten door Uwv; appellant had geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de eerdere besluiten rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het garantiebedrag van € 14,44 per dag voor Wajong-uitkering, appellant heeft geen recht op hoger bedrag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 7 augustus 2021, oordelend dat zij in staat is meer dan 65% van haar maatmanloon te verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering en aanvullende schadevergoeding na heroverweging re-integratie-inspanningen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn die een herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 24 december 2020, oordeelt dat het Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor geschiktheid voor laatst verrichte werk.

De Raad oordeelt dat het Uwv terecht de ZW-uitkering van appellant heeft geweigerd na ontslag tijdens ziekte, maar beperkt de weigering tot 1 maart 2023. Appellant heeft recht op nabetaling van ziekengeld en proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van ziekengeld aan betrokkene per 1 oktober 2019, ondanks de betwisting door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant beschikt niet duurzaam over arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 66,65% en de geschiktheid voor geselecteerde functies, ondanks haar betwisting van de vastgestelde beperkingen.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van [naam B.V.] tot € 1.312,50 na intrekking hoger beroep.