Uitspraak
21.102 PW-VV-PV, 21/101 PW-PV
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanvraag van verzoeker om een bijdrage op grond van de Bijdrageregeling minima en collectieve zorgverzekering 2018. Verzoeker had op 6 augustus 2018 een aanvraag ingediend voor een bijdrage voor gemeentelijke afvalstoffenheffing, maar het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet heeft deze aanvraag op 1 oktober 2018 buiten behandeling gelaten. Dit besluit werd later door de rechtbank Gelderland bevestigd, waarop verzoeker hoger beroep instelde en een verzoek om een voorlopige voorziening indiende.
De Raad oordeelde dat verzoeker onvoldoende gegevens had overgelegd om zijn aanvraag te kunnen beoordelen. Ondanks een hersteltermijn heeft verzoeker geen bankafschriften of andere relevante documenten ingediend. De enkele mededeling dat de Belastingdienst zijn belastbaar inkomen over 2018 op € 0,- heeft vastgesteld, was niet voldoende om zijn recht op de bijdrage te onderbouwen. De Raad concludeerde dat het college in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van zijn bevoegdheid om de aanvraag buiten behandeling te laten, en dat er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen.