ECLI:NL:CRVB:2021:818
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring bezwaar en buiten behandeling stelling aanvraag in sociale zekerheidsrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijk verklaring van een bezwaar en de buiten behandeling stelling van een aanvraag in het kader van de sociale zekerheid. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, waarbij haar bijstand per 1 maart 2019 was ingetrokken. Appellante stelde dat zij het intrekkingsbesluit niet had ontvangen en dat het college de verzending daarvan niet aannemelijk had gemaakt. De Raad oordeelde dat het bestuursorgaan in geval van toezending van een besluit moet aantonen dat het besluit op het juiste adres is aangeboden. Echter, in dit geval waren er contra-indicaties die erop wezen dat appellante het besluit wel had ontvangen, waaronder een gesprek dat zij had gehad met een medewerker van het college over de intrekking van de bijstand. Hierdoor werd aangenomen dat de verzending van het besluit aannemelijk was.
Daarnaast ging de zaak ook over de buiten behandeling stelling van een aanvraag van appellante. Het college had de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat appellante niet alle benodigde gegevens had verstrekt. De Raad oordeelde dat het college appellante in de gelegenheid had gesteld om de aanvraag aan te vullen en dat appellante niet had aangetoond waarom de beslissing van het college onjuist was. Aangezien appellante niet ter zitting was verschenen om haar standpunt toe te lichten, werden de gronden van het hoger beroep verworpen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarbij de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar en de buiten behandeling stelling van de aanvraag werden gehandhaafd.