ECLI:NL:CRVB:2021:937
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van inkomsten boven de norm en de toepassing van gedragsregels
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 6 februari 2014 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). De intrekking vond plaats omdat appellante over de maanden april en mei 2017 inkomsten boven de voor haar geldende bijstandsnorm genoot en zij ook in juni 2017 nog werkzaam was. De Raad oordeelt dat het recht op bijstand per maand beoordeeld moet worden en dat bij inkomsten boven de bijstandsnorm er geen recht op bijstand bestaat. De gedragsregel van het college, die stelt dat bijstand wordt ingetrokken als gedurende twee maanden sprake is van inkomsten boven de norm en betrokkene in de derde maand nog werkzaam is, is niet in strijd met de PW. De Raad bevestigt dat het college niet op grond van de Beleidsregels van terugvordering hoefde af te zien, aangezien het terug te vorderen bedrag hoger was dan de drempel van € 250,-. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.