ECLI:NL:CRVB:2022:1147
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na verzekeringsgeneeskundig onderzoek en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel. Appellant, die zich ziek had gemeld met psychische klachten, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. Het Uwv had deze aanvraag afgewezen, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts voldoende zorgvuldig was uitgevoerd. Appellant stelde dat er meer beperkingen waren dan vastgesteld en dat er een deskundige psychiater benoemd moest worden om zijn situatie te beoordelen. De Raad oordeelde echter dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag gelegde functies medisch geschikt waren voor appellant. De Raad onderschreef de conclusie van de rechtbank dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het medisch oordeel. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om benoeming van een deskundige af, omdat er geen twijfel bestond over de medische beoordeling.