ECLI:NL:CRVB:2022:1202
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening dagbesteding op basis van medische grondslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Overijssel. Appellante, geboren in 1958, heeft een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening bestaande uit dagbesteding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Almelo heeft deze aanvraag op 24 juni 2019 afgewezen, en dit besluit werd later in bezwaar door het college bevestigd. De medisch adviseur concludeerde dat de aangeboden dagbesteding van twee dagdelen per week voldoende was en dat appellante gebruik kon maken van een algemene voorziening, het Huiskamerproject.
De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat de medisch adviseur voldoende had gemotiveerd dat de dagbesteding in het Huiskamerproject passend was voor appellante. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat het medisch advies tegenstrijdigheden bevatte en dat de conclusies onvoldoende onderbouwd waren. De Raad heeft echter geoordeeld dat het college het bestreden besluit mocht baseren op de conclusies van de medisch adviseur en dat appellante geen medische informatie heeft overgelegd die de juistheid van deze conclusies in twijfel zou trekken.
De Raad heeft de argumenten van appellante niet gevolgd en bevestigd dat de dagbesteding in het Huiskamerproject voldoende was voor haar situatie. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 1 juni 2022.