In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H. Oldenhof, had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg, dat hem een maatwerkvoorziening professionele begeleiding had verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) voor de periode van 23 mei 2018 tot 22 november 2018. Appellant stelde dat het college onzorgvuldig onderzoek had verricht en onvoldoende had gemotiveerd waarom hij was aangewezen op professionele begeleiding. De Raad oordeelde dat het college het onderzoek niet had verricht zoals vereist, en dat de motivering van het bestreden besluit ondeugdelijk was. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep gegrond. Het college werd opgedragen om opnieuw onderzoek te verrichten, waarbij deskundig advies ingeschakeld moest worden indien nodig. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellant, die op € 3.036,- werden begroot, en het college moest het griffierecht van in totaal € 174,- vergoeden aan appellant.