ECLI:NL:CRVB:2022:1444
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvraag door schending van medewerkingsverplichting en huisbezoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant had een aanvraag voor bijstand ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam weigerde deze aanvraag op basis van onvoldoende medewerking van de appellant bij een huisbezoek. De appellant had van 20 februari 2001 tot en met 26 augustus 2018 bijstand ontvangen, maar zijn aanvraag van 19 juni 2019 werd afgewezen omdat hij niet voldoende informatie had verstrekt over zijn woonsituatie. Het college had twijfels over de juistheid van de door de appellant verstrekte gegevens en had daarom een huisbezoek aangevraagd. De appellant weigerde echter medewerking te verlenen aan dit huisbezoek, wat leidde tot de conclusie dat zijn recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad oordeelde dat het college terecht had gehandeld door een huisbezoek te verlangen en dat de appellant zijn medewerkingsverplichting had geschonden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.