ECLI:NL:CRVB:2022:1575
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek bijstand intrekking en terugvordering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant had een herzieningsverzoek ingediend tegen een eerder besluit van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, dat zijn bijstand had ingetrokken en teruggevorderd. De appellant stelde dat er nieuwe feiten waren die aanleiding gaven om het oorspronkelijke besluit te herzien, met name dat de inval in zijn woning in 2010 onrechtmatig was. De Raad oordeelde echter dat de appellant deze argumenten ook in de eerdere procedure had kunnen aanvoeren en dat er geen sprake was van nieuwe feiten of omstandigheden die de afwijzing van het herzieningsverzoek evident onredelijk maakten. De Raad bevestigde dat de herzieningsprocedure niet bedoeld is om de discussie over de juistheid van het oorspronkelijke besluit opnieuw te voeren. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.