ECLI:NL:CRVB:2022:1817
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 4 augustus 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/4083 WLZ. Het hoger beroep van de appellant, die woonachtig is in Zwitserland, was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht van € 134,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant was eerder op 20 november 2021 en opnieuw op 21 december 2021 schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en de bijbehorende termijnen voor betaling. Ondanks deze waarschuwingen heeft de appellant het griffierecht niet tijdig voldaan, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van griffier E. Blijleven-de Vries, en is openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.