ECLI:NL:CRVB:2022:1838
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F.M. Rijnbeek
- J.M. Labage
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, Randstad Groep Nederland B.V., had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, maar het beroepschrift was niet tijdig ingediend. De rechtbank had haar uitspraak op 4 maart 2022 aan de partijen bekendgemaakt, waarna de termijn voor het indienen van een beroepschrift begon te lopen. De laatste dag waarop het beroepschrift tijdig kon worden ingediend was 15 april 2022. Het beroepschrift werd echter pas op 25 april 2022 ontvangen, en de enveloppe bevatte geen poststempel, wat de tijdigheid in twijfel trok.
De gemachtigde van appellante voerde aan dat haar collega, mr. E.M. Doorn, op 31 maart 2022 een ongeluk had gehad, waardoor zij niet in staat was om het hoger beroep eerder aan te tekenen. De Raad oordeelde echter dat, ondanks deze omstandigheden, appellante na 31 maart 2022 nog voldoende gelegenheid had om binnen de beroepstermijn hoger beroep in te stellen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend en er geen reden was om aan te nemen dat de indiener in verzuim was geweest.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van J.M. Labage als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 3 augustus 2022. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.