ECLI:NL:CRVB:2022:2018
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A.H. van Dalen - van Bekkum
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om herziening wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken van gronden
Op 6 september 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/944 AOW. Verzoekster, woonachtig in Marokko, had een verzoek om herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 13 november 2020. In deze procedure werd vastgesteld dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Verzoekster was herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft deze verplichting niet nagekomen. Daarnaast voldeed het ingediende beroepschrift niet aan de eisen, omdat het geen gronden bevatte. Verzoekster kreeg de kans om dit verzuim te herstellen, maar heeft deze termijn ongebruikt laten verstrijken. Gezien deze omstandigheden oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, wat betekent dat het verzoek om herziening niet verder in behandeling werd genomen. De uitspraak werd gedaan door M.A.H. van Dalen - van Bekkum, met J.E. Eikelenboom als griffier. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aan te tekenen.