ECLI:NL:CRVB:2022:2063

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
30 september 2022
Zaaknummer
19/5029 WLZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep na herleving indicatie zorgprofiel VG

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. B. van Dijk, hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 september 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 19/5029 WLZ. Het hoger beroep werd ingetrokken nadat het CIZ had laten weten de ingetrokken indicatie voor het zorgprofiel VG wonen met begeleiding en verzorging te laten herleven. Dit gebeurde via een brief van 24 augustus 2021. Appellante heeft op 3 september 2021 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het CIZ. Het CIZ stemde in met dit verzoek. De Raad heeft besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten, conform artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

Datum uitspraak: 21 september 2022
19/5029 WLZ
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van
25 oktober 2019, 19/3498 en 19/3499 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)

CIZ

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. B. van Dijk, advocaat, hoger beroep ingesteld.
CIZ heeft bij brief van 24 augustus 2021 laten weten dat hij de ingetrokken indicatie voor het zorgprofiel VG wonen met begeleiding en verzorging in het kader van de Wet langdurige zorg laat herleven.
Bij brief van 3 september 2021 heeft mr. Van Dijk namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht CIZ te veroordelen in de proceskosten.
CIZ heeft kenbaar gemaakt in te stemmen met het verzoek om CIZ te veroordelen in de proceskosten.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat CIZ met het laten herleven van de indicatie voor het zorgprofiel VG wonen met begeleiding en verzorging is tegemoet gekomen aan de bezwaren van appellante.
De Raad ziet aanleiding CIZ te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot
Op € 1.518,- in bezwaar, € 2.277,- in beroep en € 1.138,50 in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het CIZ wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt CIZ in de kosten van appellante tot een bedrag van € 4.933,50.
Deze uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van P.A.M. Hulsdouw-Bodegom als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 september 2022.
(getekend) D. Hardonk-Prins
(getekend) P.A.M. Hulsdouw-Bodegom