Uitspraak
21 1050 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Wet arbeid en zorg en aansluitend tot 16 april 2018 een uitkering op grond van de Ziektewet ontvangen. Vanuit de situatie dat zij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontving heeft appellante zich op 30 april 2018 opnieuw ziek gemeld met psychische en fysieke klachten. In het kader van een WIA-aanvraag van 3 juli 2019 heeft appellante het spreekuur bezocht van een arts van het Uwv. Deze arts heeft vastgesteld dat appellante belastbaar is met inachtneming van de beperkingen die hij heeft neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 30 augustus 2019. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellante niet meer geschikt is voor het laatstelijk verrichte werk. Hij heeft vervolgens functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen de mate van arbeidsongeschiktheid berekend. Bij besluit van 16 oktober 2019 heeft het Uwv geweigerd aan appellante met ingang van 27 juli 2019 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij met ingang van die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Naar aanleiding van het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanleiding gezien om aanvullende beperkingen op te nemen, neergelegd in de FML van 17 april 2020. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft een aantal geduide functies laten vervallen en vastgesteld dat hierdoor de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid niet wijzigt. Het Uwv heeft bij besluit van 29 april 2020 (bestreden besluit) het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van 17 april 2020 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en van 28 april 2020 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
GGZ-Delfland van 9 juli 2019. Appellante zal zich niet kunnen concentreren in een drukke werkomgeving. De behandelingen, EMDR en screening voor Autisme spectrum hadden volgens appellante meer gewicht moeten krijgen in de FML. Appellante heeft informatie van GGZ-psychotherapeut S.C. Los van 1 maart 2021, 31 maart 2022 en 22 juli 2022 en een uitdraai van de afspraak op 19 augustus 2022 voor een autisme onderzoek ingebracht.
4.5. De door appellante in hoger beroep overgelegde informatie van GGZ-psychotherapeut Los en informatie over een afspraak in verband met autisme onderzoek, geven evenmin aanleiding om te twijfelen aan de voor appellante vastgestelde belastbaarheid op de datum in geding. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 17 augustus 2022 overtuigend gemotiveerd geconcludeerd dat in deze stukken de medische problematiek waarmee appellante bekend is wordt bevestigd en daarmee ook rekening is gehouden in de FML van 17 april 2020. Geen aanleiding wordt gezien aan de juistheid van dit standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te twijfelen.