ECLI:NL:CRVB:2022:2261
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning militair invaliditeitspensioen en vergoeding incontinentiekosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, een voormalig dienstplichtig militair, had verzocht om toekenning van een hoger militair invaliditeitspensioen (mip) en om vergoeding van kosten voor incontinentiemateriaal. De staatssecretaris van Defensie had deze verzoeken afgewezen, met de conclusie dat de urine-incontinentie geen aandoening was die verband hield met de militaire dienst. De Raad heeft vastgesteld dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen causale relatie bestaat tussen de dienstverbandaandoening en de urine-incontinentie. De Raad heeft de argumenten van de appellant, die stelde dat het onderzoek door de verzekeringsarts onzorgvuldig was, niet gevolgd. De Raad oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende informatie had verzameld en dat er geen aanleiding was voor aanvullend onderzoek. De eerdere afwijzingen van de verzoeken zijn bevestigd, en de Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bekrachtigd. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de beoordeling van medische claims en de bewijslast die op de appellant rust.