ECLI:NL:CRVB:2022:2266
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terecht toegepaste kortingen op overbruggingsuitkering en AOW-pensioen na emigratie naar de Filipijnen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in 2013 naar de Filipijnen is geëmigreerd, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die kortingen had toegepast op zijn overbruggingsuitkering en AOW-ouderdomspensioen. De Svb had een korting van 12% op de overbruggingsuitkering en 14% op het ouderdomspensioen toegepast, omdat de appellant sinds zijn emigratie niet meer verzekerd was voor de AOW en zich niet tijdig had aangemeld voor een vrijwillige verzekering.
De Raad oordeelde dat de kortingen terecht waren toegepast. De appellant had gesteld dat hij over de jaren 2015 tot en met 2020 premies voor de AOW had afgedragen, maar de Raad benadrukte dat premiebetaling niet automatisch leidt tot verzekering. De Raad bevestigde dat de appellant na zijn emigratie geen ingezetene meer was en dus niet verzekerd was voor de AOW. De Raad wees ook op de mogelijkheid voor de appellant om eventueel onterecht afgedragen premies terug te vragen van de belastingdienst.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.