Uitspraak
OVERWEGINGEN
WIA-uitkering vanaf 4 januari 2016 had moeten worden verhoogd. Appellante heeft verder aangevoerd dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom ten opzichte van de vorige beoordelingen de urenbeperking is verminderd. Volgens appellante is het onbegrijpelijk dat zij van 13 juni 2011 tot en met 1 juli 2015 door het Uwv alleen geschikt werd geacht voor
20 uur per week Wsw-arbeid, zij daarna op advies van de bedrijfsarts slechts 16 uur per week heeft gewerkt, maar vanaf 4 januari 2016 weer in staat wordt geacht om 40 uur per week te werken. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft appellante gewezen op de verschillen tussen de FML per 6 april 2011 en de FML die per 4 januari 2016 is opgesteld. Ook uit de medische informatie van haar behandelaars blijkt dat de FML van 6 april 2011 beter aansluit bij haar beperkingen. Nu deze informatie niet heeft geleid tot een ander medisch oordeel, is er sprake van strijd met het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 8 oktober 2015, ECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD007721212 (arrest Korošec). Tot slot heeft appellante de Raad verzocht een deskundige te benoemen.