ECLI:NL:CRVB:2022:2518
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D. Hardonk-Prins
- M.C.G. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellant, zonder vaste woon- of verblijfplaats, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/294. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep met nummer 22/1372 WMO15. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. De gemachtigde van appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met duidelijke deadlines. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor de Raad oordeelt dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het afschrift.