ECLI:NL:CRVB:2022:2639
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 december 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. Appellant, vertegenwoordigd door mr. K. Hoesenie, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 juli 2020. Het college had in een nieuw besluit de eerder opgelegde boete verlaagd naar € 906,13. Op 14 juni 2022 heeft appellant het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor de kosten die hij heeft gemaakt in verband met het bezwaar, beroep en hoger beroep.
De Raad voor de Rechtspraak heeft vastgesteld dat het hoger beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. De Raad heeft vervolgens de proceskosten begroot op € 1.082,- voor bezwaar, € 759,- voor beroep en € 759,- voor hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 2.600,-. De Raad heeft het college veroordeeld in deze kosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door J.J. Janssen, met P.A.M. Hulsdouw als griffier.