ECLI:NL:CRVB:2022:2684
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WIA-uitkering na medisch onderzoek en hoorplicht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante. Appellante, die eerder volledig arbeidsongeschikt was verklaard, had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar uitkering per 7 januari 2020 te beëindigen. De rechtbank Gelderland had het beroep van appellante ongegrond verklaard, maar appellante stelde dat zij door het ontbreken van een hoorzitting in bezwaar was benadeeld. De Raad oordeelde dat de rechtbank voldoende had gemotiveerd dat appellante niet benadeeld was, omdat zij in beroep alsnog de gelegenheid had gehad om haar standpunt mondeling toe te lichten. De Raad bevestigde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen relevante informatie was gemist. Appellante had geen bewijs geleverd dat haar beperkingen op de datum in geding waren onderschat. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak, zonder veroordeling in proceskosten.